
Premier Bart De Wever en zijn echtgenote Veerle Hegge hebben een bijzonder moeilijke periode achter de rug. In een hoogstpersoonlijk en rauw boek schrijft Hegge openhartig over haar strijd tegen anorexia nervosa, een ziekte die jarenlang haar leven en dat van haar gezin domineerde.
Boek uit noodzaak
Voor Veerle Hegge was het schrijven van het boek geen ambitie, maar een noodzaak. “Ik wilde vooral iets meedelen,” vertelt ze. “Ik hoefde niet per se een boek te schrijven, maar ik wil het vertellen zoals het is. Mensen weten vaak niet dat anorexia een vorm van coping is, een manier om om te gaan met bepaalde problemen. Het is niet zomaar dat ik geen vol-au-vent gegeten heb. Ik lust dat graag. Dat begrip verhogen is het doel.”
Hegge geeft aan dat ze tijdens haar ziekte gevaarlijk dicht bij de dood kwam. Met haar getuigenis wil ze bijdragen aan meer bewustzijn en begrip, zowel in de samenleving als bij naaste familie en vrienden. (Lees verder onder de foto)
“We gingen soms slapen zonder dat ik zeker was dat ze de volgende ochtend nog zou ontwaken”
Reactie van Bart De Wever
Haar man, premier Bart De Wever, reageert in Dag Allemaal op de publicatie. Hij benadrukt dat een eetstoornis vaak verkeerd begrepen wordt. “Een lichamelijke ziekte, zoals kanker, is voor iedereen duidelijk,” zegt hij. “Maar een eetstoornis zit in je hoofd. De reflex van een ‘gezond’ iemand is om te zeggen: ‘Neem de juiste beslissing en stop gewoon met dat gedrag’. Was het maar zo simpel.”
De premier bevestigt ook hoe zwaar de periode voor hem persoonlijk was. “We gingen soms slapen zonder dat ik zeker was dat ze de volgende ochtend nog zou ontwaken,” zegt hij. Die constante angst maakte de ziekte niet alleen levensbedreigend voor zijn vrouw, maar ook bijzonder belastend voor het gezin.
Breder signaal
Met haar boek wil Hegge meer doen dan enkel haar eigen verhaal delen. Ze hoopt dat haar openhartige getuigenis anderen in gelijkaardige situaties moed en erkenning kan geven. Tegelijk vormt het een oproep tot meer kennis en begrip over eetstoornissen, die vaak te lang onzichtbaar blijven.