In Den Haag hebben wanhopige familieleden en sympathisanten zaterdag gedemonstreerd om aandacht te vragen voor de gruwelijke situatie waarin de Druzen zich momenteel bevinden. Met spandoeken, foto’s van vermiste geliefden en indringende leuzen probeerden zij de Nederlandse overheid en internationale gemeenschap wakker te schudden.

Volgens de demonstranten is de situatie in hun thuisregio ondraaglijk geworden. “De lijken liggen op straat, mensen hebben geen voedsel en geen toegang tot medische hulp. We horen verhalen van executies en plunderingen,” vertelde een zichtbaar geëmotioneerde betoger.
De Druzen, een religieuze minderheid met wortels in het Midden-Oosten, worden al wekenlang geconfronteerd met geweld en intimidatie. Volgens ooggetuigen worden dorpen belegerd en is er nauwelijks hulp van buitenaf mogelijk. Familieleden in Nederland hebben vaak geen contact meer met hun dierbaren en vrezen het ergste.
De betogers riepen de Nederlandse regering op om druk uit te oefenen op internationale organisaties en de Verenigde Naties om in te grijpen. “We willen niet langer machteloos toekijken terwijl onze families worden uitgeroeid,” klonk het tijdens de protestmars.
Vooralsnog heeft het ministerie van Buitenlandse Zaken enkel laten weten de situatie “zorgwekkend” te noemen en de ontwikkelingen op de voet te volgen. Concrete maatregelen zijn nog niet aangekondigd.
De demonstratie eindigde met een stille wake voor het Binnenhof, waar kaarsen werden aangestoken voor de slachtoffers. De familieleden benadrukten dat ze zullen blijven protesteren tot er hulp komt voor hun gemeenschap.