
Mathieu van der Poel beleefde een moeilijke dag in de Tour de France. De Nederlander behield zelf zonder moeite de gele trui, maar zag zijn vriend en ploeggenoot Jasper Philipsen uitvallen na een zware valpartij.
“Ik heb de val niet gezien, maar ik zag hem wel in de berm zitten”, zei Van der Poel tegen Sporza na afloop van de derde etappe. “Ik besefte toen meteen dat het niet goed was.”
Philipsen kwam op 60 kilometer van de streep lelijk ten val. De drager van de groene puntentrui werd op weg naar de tussensprint van de fiets getikt door de Fransman Bryan Coquard. Bij de zware valpartij brak hij zijn sleutelbeen, waardoor hij de Tour moest verlaten.
“We zijn niet alleen onze sprinter kwijt, maar we zijn ook een belangrijk doel voor deze Tour kwijt. Dat was die groene trui winnen”, vervolgde Van der Poel, die goed bevriend is met Philipsen. “Daarnaast zorgde Jasper ook voor animo in de ploeg.”
Alpecin-Deceuninck probeerde tijdens de etappe nog van tactiek te veranderen en sprinter Kaden Groves naar voren te sturen, “Maar het was na die valpartij van Philipsen lastig om de focus nog te verleggen”, gaf Van der Poel toe. “We gaan het de komende dagen opnieuw proberen.”
Ondanks de dreun voor Alpecin kijkt Van der Poel al uit naar de vierde etappe. De heuvelrit van dinsdag is op het lijf van de geletruidrager geschreven. “Het is een zware rit, maar wel eentje die bij mij past”, zei Van der Poel. “Hopelijk vind ik goede benen en kan ik mijn gele trui behouden. Daar gaan we alles aan doen.”