
Protesten tegen de Servische president Aleksandar Vucic zijn gisterenavond in de tweede stad van het land, Novi Sad, uitgelopen op gewelddadige confrontaties met politie en aanhangers van zijn partij. In totaal raakten 64 burgers en 5 agenten gewond bij gevechten rond het partijhoofdkwartier.
Ook in andere delen van het land verzamelden zich duizenden mensen om te protesteren, waaronder in de hoofdstad Belgrado. Hier gebruikte de oproerpolitie traangas om groepen demonstranten uiteen te drijven, schrijft persbureau AP.
Vucic noemde de demonstranten ‘tuig en moordenaars’ en kondigde aan hoofdstad Belgrado en Novi Sad te ‘zuiveren’ om een ‘burgeroorlog’ te voorkomen.
Op sociale media zijn beelden te zien van in het zwart geklede mannen met knuppels in Novi Sad.
De protesten zijn niet nieuw en duren inmiddels al meer dan negen maanden. Ze begonnen vorig jaar na de instorting van een stationsdak in Novi Sad, waarbij zestien mensen omkwamen. Onafhankelijke experts en oppositiepolitici wijten de ramp aan nalatigheid en corruptie.
Eind juni liep een grote demonstratie waarvoor tienduizenden mensen zich hadden verzameld in de Servische hoofdstad nog uit de hand. De organisatoren eisten dat het parlement zich zou ontbinden en wil dat er nieuwe verkiezingen worden gehouden in het land.
De demonstranten droegen vlaggen van steden in het hele land en hielden zestien minuten stilte voor de zestien mensen die omkwamen bij het instorten van het stationsdak.