
Beleggen in wapenfabrikanten is in korte tijd van taboe naar trend gekeerd. Sinds de Russische inval in Oekraïne en nieuwe wereldwijde spanningen stappen zowel grote financiële spelers als particuliere beleggers massaal in defensiebedrijven. Pensioenfonds ABP—het fonds van defensie en politie—maakte vorig jaar expliciet duidelijk dat het juist wil financieren in plaats van uitsluiten; ook PME en PFZW volgen die koers. Banken en verzekeraars zoals NN Group, ASR, Achmea en ABN Amro geven aan meer te willen investeren, en Rabobank ondersteunt personeel dat reservist wil worden.
Volgens cijfers van De Nederlandsche Bank (DNB) is de waarde van Nederlandse militaire beleggingen in minder dan twee jaar opgelopen naar 832 miljoen euro, bijna tien keer het niveau van begin 2023. Een opvallende winnaar is de Duitse wapengigant Rheinmetall: Nederlandse particuliere en institutionele beleggers bezitten inmiddels voor ruim een half miljard euro aan aandelen (tegen 15 miljoen begin 2023). Rheinmetall heeft ook een vestiging in Ede en staat daarmee in de top 25 van populairste aandelen.
De omslag wordt deels aangedreven door veranderingen in beleid en geopolitieke prioriteiten: NAVO-landen verhogen defensiebudgetten tot soms 5 procent van het nationaal inkomen en investeren honderden miljarden in wapensystemen, wat door marktpartijen is bestempeld als een ‘renaissance van defensie’ in Europa.
Tegelijkertijd blijft er tegenstand. Kleine banken ASN en Triodos houden vast aan uitsluiting van de wapenindustrie: volgens ASN horen investeringen in defensie bij de overheid, niet bij commerciële partijen. Ook maatschappelijke organisaties zoals Amnesty International, Oxfam Novib en Pax blijven kritisch. In het 2023-rapport “Foute Wapenhandel” kregen meerdere pensioenfondsen kritiek omdat zij investeerden in fabrikanten die leverden aan repressieve regimes, onder meer Saoedi-Arabië en de Verenigde Arabische Emiraten.
Amnesty en Pax zeggen niet categorisch tegen alle defensie-investeringen te zijn—een staat moet zich kunnen verdedigen—maar leggen strikte criteria op: geen investeringen in producenten van verboden wapens (clustermunitie, landmijnen, kernwapens) en geen financiering van bedrijven die wapens inzetten tegen burgers of regimes die mensenrechten schenden. Zij waarschuwen ook voor gebrekkige transparantie en corruptierisico’s in de wapenindustrie, wat particuliere beleggingen extra risicovol maakt.
Specifiek over Rheinmetall merken critici op dat het bedrijf geen duidelijk verboden wapens produceert, maar via dochterbedrijven wel omstreden middelen zoals witte fosfor maakt en munitiefabrieken buiten Europa exploiteert, onder meer in India en Zuid-Afrika—praktijken die mogelijk worden gezien als manieren om Europese regelgeving te omzeilen. Organisaties als Pax roepen op tot kritische dialoog met producenten over dergelijke kwesties.
Kortom: financiële instellingen en Nederlandse beleggers volgen steeds vaker defensiebedrijven uit oogpunt van veiligheidspolitiek en rendement, terwijl maatschappelijke organisaties en duurzame banken blijven aandringen op strikte ethische grenzen en meer transparantie over wat er precies wordt gefinancierd.