Marco Borsato doorbreekt over drie maanden het stilzwijgen bij de rechter. Volgens Evert Santegoeds staat ons iets te wachten dat qua media-aandacht ‘groter is dan Thijs Römer en Ali B bij elkaar’.

Het is inmiddels bijna vier jaar geleden dat Marco Borsato in opspraak raakte vanwege ernstige aantijgingen. De zanger wordt verdacht van ontucht met een minderjarig meisje, de dochter van een vrouw die nauw betrokken was bij zijn fanclub. Lange tijd bleef het stil, maar over drie maanden begint het strafproces. Wat is er écht gebeurd?

Privé-baas Evert Santegoeds zal er uitvoerig verslag van gaan doen. “Je kunt je er niet echt op voorbereiden, omdat beide partijen niets zeggen en de identiteit van het slachtoffer en de moeder wordt door de media nog steeds geheimgehouden. Die mensen gaan hun verhaal niet ineens doen na vier jaar”, vertelt hij in de podcast Strikt Privé.

“Dat is ook de keuze geweest van Marco Borsato, om ook zijn kruit niet te verschieten. Ik kan me voorstellen dat hij de neiging heeft om heel hard van de daken te roepen: ‘Ik heb dat niet gedaan. Je kunt alles van me zeggen, ik ben vreemdgegaan, maar ik heb niet aan kleine meisjes gezeten.’”

Marco heeft dat nooit gedaan. “Hij heeft er toch voor gekozen om dat alleen een keer te zeggen in het eerste persbericht dat er was en het nooit te herhalen. Mensen willen het heel graag een keer uit zijn mond horen, maar daar zullen we toch echt mee moeten wachten tot de rechtszaal.”

Hij vervolgt: “Als pers kun je daar alleen naartoe, als je je op tijd aanmeldt tenminste want de belangstelling is gigantisch. Van tevoren valt er niet zo heel veel te doen.”

Het wordt een megamediacircus, aldus Evert. “Ja, reken maar. Daarbij vallen Thijs Römer en Ali B nog in het niet.”

Toch betekent die mediastorm niet dat het een spektakel zonder inhoud wordt, zegt hij. “Nee, als de rechter-president orde houdt, en dat zal hij zeker doen, dan wordt het gewoon een heel serieuze behandeling voor een zaak waar alleen heel veel belangstelling voor is, ondanks de Kamerverkiezing die ertussendoor even moeten.”