Jesse R. (31) bekent onthoofding van zijn moeder: ‘Het is vreselijk wat ik heb gedaan’

Het levenloze lichaam van Alia (63) werd kort voor Pasen door haar vriend gevonden in de woning van de Hellevoetse aan de Molenstraat. De vriend zag de zoon wegrennen en alarmeerde de politie. Het slachtoffer bleek te zijn onthoofd.

Vlak daarna wist de politie R., die in de auto van zijn moeder was vertrokken, klem te rijden op de A4. Agenten deden in de Ford Ka een weerzinwekkende vondst: op de bijrijdersstoel stond een Ikea-tas met het hoofd van het slachtoffer én een bijl.

R. heeft de gruweldaad bekend, zo bleek maandag tijdens een eerste voorbereidende zitting van de strafzaak. Volgens de aanklager verkeerde de zoon ‘vermoedelijk in een psychotische toestand’. R. was niet bij de zitting aanwezig.

Wat R. over zijn gedachtes rond de onthoofding en daaropvolgende autorit heeft verklaard, werd niet duidelijk. Ook advocaat Job Knoester kon daar niets over kwijt.

Volgens Knoester had R. kort voor het doden van zijn moeder nog contact met een specialistisch verpleegkundige. De zoon was al langer in beeld bij de ggz. Deze psychiatrische medewerker wordt gehoord bij de politie, om te achterhalen hoe het toen met R. ging.

LEES OOK
Lees al onze verhalen over de onthoofding in Hellevoetsluis in ons dossier.

Eerder deelde R. op sociale media dat hij manisch depressief was. Hij zou al eens voor een psychose zijn behandeld.

R. was in de week van de onthoofding op bezoek bij zijn moeder. Volgens een bron zou de Hellevoetse extra boodschappen hebben ingeslagen omdat ze dacht dat hij het hele paasweekeinde zou blijven.

Het eerste wat ik vroeg is: Hoe gaat het met je? Het is vreselijk wat ik heb gedaan, zei Jesse toen.

R. zit momenteel vast op de psychiatrische afdeling van het huis van bewaring in Scheveningen. „Ik ben pas enige weken geleden zijn advocaat geworden”, vertelt Knoester. „Het eerste wat ik hem heb gevraagd: hoe gaat het met je? Het is vreselijk wat er is gebeurd, zei Jesse toen. En: het is vreselijk wat ik heb gedaan.”

Toen Knoester de eerste keer met R. sprak, drong het besef langzaam door dat hij zijn moeder heeft gedood. „Hij is behalve dader ook nabestaande. Hij zal hiermee moeten leven. Krijgt daar ook hulp bij op de psychiatrische afdeling. Als ik mij in hem probeer te verplaatsen, voel ik de rillingen over mijn rug gaan.’’

De rechter-commissaris besloot al vrij kort na zijn arrestatie de man uit Diemen, die volgens zijn eigen LinkedIn-profiel filosofie studeerde, meteen op de wachtlijst voor een observatie in het Pieter Baan Centrum te zetten. Daardoor is hij sneller aan de beurt.

„De vraag is in welke mate het hem aan te rekenen is’’, zegt Knoester. Wat was er aan de hand met Jesse in de periode voor datgene wat hem ten laste wordt gelegd? Ik ga ervan uit dat hij psychotisch was. Mensen in een psychose kunnen in een eigen wereld zitten, waarbij zij dingen ervaren die wij niet kunnen zien, voelen of horen. Dat kan zorgen dat zij heel erg bang zijn en tot handelingen komen die wij niet begrijpen.”

Knoester vindt dat niet alleen de instelling waar R. onder behandeling was, maar ook de inspectie na de heftige moord onderzoek moet doen naar de hulp die hij kreeg. De advocaat, die vaker cliënten met psychiatrische problemen bijstaat, is kritisch op het systeem van de geestelijke gezondheidszorg. „Sinds de nieuwe wet worden mensen minder opgenomen, maar thuis behandeld. Daarbij is er te weinig oog voor het risico voor anderen.’’

De volgende voorbereidende zitting is in oktober.