Bij BOB Autowas in Schiedam stapelen de kasverschillen zich op. Door camera’s komt de aap uit de mouw: Jeremy, die al dertien jaar bij het bedrijf werkt, drukt wekelijks geld achterover.

“Bent u zenuwachtig?”, vraagt de rechter aan de kleine man die voor haar zit.
“Valt wel mee”, zegt de verdachte.
De rechter kan het maar moeilijk geloven, want Jeremy (55) zit gespannen op zijn stoel.
“Deze zaak raakt mijn cliënt”, bevestigt zijn advocaat.

De rechter probeert het ijs wat te breken. “Hoe gaat het met u?”
“Ik ben ontslagen”, antwoordt Jeremy zachtjes. “Ik heb nu een baan als productiemedewerker. Met een veel minder goed salaris.”

Tot vorig jaar werkte hij voor BOB Autowas in Schiedam, waar hij was opgeklommen tot assistent-bedrijfsleider. Die job is hij dus kwijt. Door diefstal. “Het ging om drie à vierhonderd euro per week”, bekent de Rotterdammer.

Jeremy’s voormalige werkgever is ook naar de rechtbank gekomen en zit als toehoorder op de publieke tribune. De man stuitte al een tijdje op opmerkelijke kasverschillen en besloot camera’s op te hangen om de dief te ontmaskeren. Het bleek Jeremy te zijn, die nota bene al dertien jaar bij de autowasserij in dienst was. Hij had sleutels om in het kantoortje te komen waar het geld bewaard werd. En van de betaalautomaten.

Jeremy ontkende de diefstal zo lang als dat kon. Maar tegen het bewijs dat de camerabeelden leverden, viel niet op te liegen.

Casino

“Toen u werd aangehouden, rolde er 920 euro uit uw onderbroek”, houdt de rechter Jeremy voor. “En u had 2800 euro in uw portemonnee zitten.”
“Dat geld had ik gewonnen in het casino”, zegt Jeremy over het grote bedrag in zijn knip.
“Het zijn behoorlijk veel biljetten om zomaar mee rond te lopen”, merkt de rechter op.
“Ik wilde naar Thailand”, zegt Jeremy. “En met dit geld een aanbetaling doen.”

De rechter is benieuwd wat de verdachte op het dievenpad bracht. “Ik zat niet goed in mijn vel”, vertelt de Rotterdammer, die niet breedsprakig is. “Mijn vader was overleden. Ik voelde me eenzaam en ik had gokschulden. Ik vroeg niet om hulp. Dat had ik wel moeten doen.”

Volgens de officier van justitie heeft Jeremy in acht maanden tijd ruim 10 duizend euro gepikt. Zijn voormalige werkgever is uitgekomen op een veel hoger bedrag: ruim 57 duizend euro. Hij denkt dat Jeremy niet alleen in 2024, maar ook het jaar daarvoor geld achterover heeft gedrukt.

Volgens Jeremy’s advocaat kan de diefstal in 2023 niet worden bewezen. En daar is de officier van justitie het mee eens.

‘Ik schaam me’

Jeremy blijkt inmiddels in de schuldhulpverlening te zitten. Zijn totale schuld bedraagt 15 duizend euro. Die betaalt hij af met 600 euro per maand, zegt hij.

De Rotterdammer, die bij zijn moeder woont en mantelzorger voor haar is, zegt dat hij ook BOB Autowas schadeloos wil stellen. “Heeft u daarover al contact opgenomen met uw vroegere werkgever?”, wil de officier weten. “Nee”, antwoordt de verdachte. “Want ik schaam me.”

“Het gaat hier niet alleen om het gestolen geld, maar ook om geschaad vertrouwen”, stelt de officier van justitie. “Diefstal binnen een bedrijf is een erg vervelend feit.” Naast de terugbetaling eist hij een taakstraf van 160 uur en een maand voorwaardelijke gevangenisstraf. Jeremy’s advocaat vindt dat aan de hoge kant. “Honderd uur taakstraf, waarvan de helft voorwaardelijk lijkt me redelijker”, zegt hij.

Het laatste woord is aan Jeremy, die opgelucht lijkt dat de zitting voorbij is. Hij voelt geen behoefte om nog een lang betoog te houden. “Ik heb alles kunnen zeggen.”