
Overleven is het enige waar mensen in Gaza op dit moment aan denken, zegt Milton Zhakata. De internationale hulpverlener was daar onlangs voor de vierde keer. Vertrekken valt hem steeds zwaarder, vertelt hij aan NU.nl. “De mensen die je achterlaat hebben niks.”
Zhakata werkt als gebiedsmanager bij hulporganisatie CARE en is vorige week teruggekomen. Hij was vier weken in Gaza en krijgt nu een paar weken om uit te rusten. Dat is de standaardprocedure voor internationale hulpverleners. In augustus gaat Zhakata weer terug.
“Het voelt niet goed om weg te gaan. Omdat je mensen achterlaat die niets hebben”, zegt hij. In de Jordaanse hoofdstad Amman kan Zhakata veilig slapen, terwijl hij weet dat de mensen die achterblijven in Gaza dat niet kunnen. “Zij gaan hongerig naar bed.” Ook leven ze in angst voor bombardementen of beschietingen.
“In Gaza is elke dag anders”, zegt Zhakata. Toen hij er was, kon hij nog werken vanuit het kantoor in Deir al-Balah. Inmiddels is dat kantoor verlaten, omdat het Israëlische leger een evacuatiebevel voor dat gebied heeft afgekondigd. Evacuaties zijn nog steeds aan de orde van de dag in Gaza, benadrukt hij. “Als je vandaag ergens bent, is dat geen garantie dat je daar morgen nog steeds zult zijn.”
Mensen krijgen evacuatiebevel na evacuatiebevel. In het begin namen ze nog veel spullen mee, maar inmiddels niet meer, valt Zhakata op. “Ze gaan nu bijna met lege handen, wat echt aangeeft hoe hopeloos de situatie is.”
‘Er is niks meer in Gaza’
CARE levert noodhulp zoals voedsel, dekens en matrassen. “We moeten het doen met wat we binnenkrijgen, want er is niks meer in Gaza.”
De noodhulp werd eind mei grotendeels overgenomen door de Gaza Humanitarian Foundation (GHF). Die organisatie is zeer omstreden, onder meer vanwege de grote aantallen mensen die omkomen in de buurt van de hulppunten.
Journalisten van The Wall Street Journal en The Economist zijn bij een GHF-punt geweest en omschreven het als een chaotische plek. “Op een gegeven moment verloren ze de controle over de menigte en trokken zich terug.” Toen werden de hulpgoederen gepakt door degenen die vooraan in de rij stonden en bleef er niets over voor de rest, vertelde een van de journalisten aan het Britse medium BBC.
NU.nl sprak eerder deze week met Zhakata. Zondag werd bekend dat Israël dagelijkse gevechtspauzes in drie gebieden in Gaza heeft aangekondigd om meer hulp toe te laten. Een konvooi van vrachtwagens met hulpgoederen reed zondag voor het eerst in maanden de Gazastrook binnen, al is het effect daarvan nog onduidelijk.
Ook zijn Israël en landen als Jordanië en de Verenigde Arabische Emiraten begonnen met luchtdroppings van voedsel in Gaza. Hulporganisaties zijn kritisch op de droppings en noemden die meermaals een “druppel op een gloeiende plaat”.
‘Doos beschermen tegen andere hongerige mensen’
Het valt Zhakata op dat je nu aan mensen in Gaza kunt zien dat ze ondervoed zijn. Zo hebben veel mensen bijna geen energie meer. “Je ziet fysiek dat mensen honger lijden, verhongeren”, zegt hij. Dat was bij zijn vorige bezoek nog anders. De mensen praten ook niet langer over hun beschadigde huizen. “Het gaat nu over overleven, over zorgen dat je de volgende dag haalt.”
“Er was een tijd dat ik met heel veel hoop vertrok uit Gaza”, herinnert Zhakata zich. Maar deze keer is hij met een zwaar gevoel vertrokken. De mensen hebben geen hoop meer, benadrukt hij. En zo voelt hij zich ook na zijn vertrek uit het gebied. “Volkomen wanhopig.”