Koopwoningen waren in juli 8,6 procent duurder dan een jaar eerder. De gemiddelde verkoopprijs is gestegen naar ruim 486.000 euro. De prijs van een huis komt daarmee nóg dichter bij een half miljoen.

Ook ten opzichte van juni stegen de prijzen licht, meldt statistiekbureau CBS vrijdag. Het gaat om een toename van 0,7 procent, waarmee de prijsstijging wat lijkt af te vlakken. Mogelijk komt dat door het zogeheten uitponden: als beleggers hun huurwoningen verkopen aan particulieren. Daardoor kwamen in de afgelopen maanden in verhouding meer huizen op de markt, wat de prijs iets kan drukken.

Hoewel de huizen in juli duurder waren dan vorig jaar, werden er meer woningen verkocht. Het gaat om ruim 21.000 huizen, 14 procent meer dan in juli 2024. In de eerste zeven maanden van 2025 bij elkaar was de stijging nog hoger: 17 procent meer dan vorig jaar.

Dat het aantal verkopen ondanks de stijgende prijzen toeneemt, komt volgens experts onder meer door de koopkracht. Veel lonen zijn de laatste tijd namelijk omhoog gegaan, waar de hypotheekrente juist wat is gedaald. Dat zorgt ervoor dat kopers een hogere hypotheek kunnen krijgen en dus ook hoger kunnen bieden. Overbieden gebeurt dan ook op grote schaal.

Huizenprijzen zitten al sinds 2014 in de lift en bereikten in juli 2022 een voorlopig hoogtepunt. Vanaf dat moment daalden de prijzen bijna een jaar lang, om vanaf juni 2023 weer te stijgen. Inmiddels zijn de huizenprijzen alweer 13,5 procent hoger dan het oude record van de zomer 2022.

Te klein aanbod woningen is boosdoener

Dat koopwoningen steeds duurder worden komt onder meer door de grote vraag en het krappe aanbod. Zo willen veel huurders een koophuis, maar dat is vanwege de krapte op de huizenmarkt vaak niet mogelijk. Dat zorgt weer voor extra druk op de huursector.

Het aanbod zal op korte termijn waarschijnlijk niet verbeteren. De overheid wil jaarlijks 100.000 woningen bijbouwen, maar dat is een ambitieus streven. Zo viel het aantal uitgegeven vergunningen voor nieuwbouwwoningen het afgelopen kwartaal opnieuw tegen: er werden vijfduizend minder vergunningen vrijgegeven dan eigenlijk nodig is.

Een van de oorzaken van het kleine aantal nieuwe bouwvergunningen is dat de bouwsector al langer met problemen kampt, zoals personeelstekorten. Ook netcongestie speelt een rol: het elektriciteitsnet raakt overbelast, waardoor bedrijven soms op een wachtlijst staan voor een aansluiting op het net en de huizenbouw vertraging oploopt.