
Huizenkopers hebben in het tweede kwartaal van dit jaar vooral in de vier grote steden vaker hun slag kunnen slaan dan vorig jaar. Het aantal hypotheekaanvragen steeg daar gemiddeld met 24 procent. Onder anderen de jonge starters kochten vaak een woning.
Dat meldt dataverzamelaar HDN, waar vrijwel alle hypotheken worden geregistreerd. Uit de cijfers blijkt dat in het tweede kwartaal bijna 140.000 hypotheken zijn aangevraagd. Dat is 16 procent meer dan in dezelfde periode vorig jaar.
De stijging in de grote steden was dus een stuk hoger. Een reden geeft HDN niet, maar vermoedelijk heeft het te maken met verhuurders die hun panden verkopen. Velen van hen stellen dat nieuwe regels zorgen dat ze hun woningen niet meer rendabel kunnen verhuren. Ze besluiten daarom hun panden maar te verkopen. Dit gebeurt bovengemiddeld vaak in grote steden.
Van de 140.000 hypotheken waren er ruim 85.600 bedoeld voor de aankoop van een woning. De gemiddelde waarde van die gekochte huizen kwam boven het half miljoen uit (508.700 euro). Dat is 5 procent hoger dan een jaar eerder. In de provincie Utrecht kwam de doorsnee aankoopprijs zelfs boven de zes ton uit.
Naast starters was het ook een goed kwartaal voor de zogeheten ‘opstromer’. Dit zijn mensen die al een koophuis hebben en naar een duurdere woning gaan. Dat deze groep doorstroomt is goed nieuws voor de woningmarkt, stelt HDN-directeur Jennifer op ‘t Hoog. “Elke doorstromer maakt immers ruimte vrij voor bijvoorbeeld starters.”
Naast een stijging bij kopers, waren er ook meer aanvragen voor het verhogen van een bestaande hypotheek. Dat geld kunnen huizenbezitters bijvoorbeeld gebruiken voor een verbouwing. Dergelijke aanvragen groeiden met 20 procent naar 53.849 euro.