
Koning Willem-Alexander zei tijdens de Indiëherdenking in Den Haag: “Het raakt me,” verwijzend naar de “kille ontvangst” die de Indische gemeenschap na de oorlog ondervond. De plechtigheid vond plaats op vrijdag, precies tachtig jaar na de Japanse capitulatie van 15 augustus 1945, en herdacht alle slachtoffers van de oorlog met Japan en de Japanse bezetting.
Voorste rijen zaten vol met Indische Nederlanders en hun families; ook prominente politici zoals Caroline van der Plas, minister Ruben Brekelmans, Frans Timmermans, Dilan Yesilgöz, Kamervoorzitter Martin Bosma en voormalig premier Mark Rutte waren aanwezig. Het was de eerste keer dat de koning publiekelijk sprak bij deze herdenking en hij prees de doorzettingskracht en bijdrage van Indische families aan de Nederlandse samenleving.
Willem-Alexander koppelde het verleden aan actuele conflicten—Gaza, gevangenen in Israël en Oekraïne—en riep op om op te komen voor wie nu onder onmenselijke omstandigheden lijden. Wat veel aanwezigen miste, was een expliciet excuus voor de rol van de Nederlandse regering in het lot van Indische Nederlanders die na 1945 naar Nederland moesten vluchten; hoewel de koning in 2020 reeds deels excuses aanbood voor militair geweld tijdens de Indonesische Onafhankelijkheidsoorlog, kwam er nu geen rechtstreekse verontschuldiging aan de Indische gemeenschap. Met de eerste generatie Indische Nederlanders op hoge leeftijd was dit mogelijk de laatste kans voor zo’n gebaar.