Linda de Mol heeft een hele editorial geschreven over hoe ze zichzelf weer in de armen van Jeroen Rietbergen dreef. Komt er nu ook nog een glanzend huwelijk met bijbehorend feest aan? “Olie op het vuur.”

Overspel is voor veel mensen al genoeg reden om de koffers te pakken, laat staan als het gaat om het misbruik van je machtspositie tegenover jonge vrouwen, zoals Jeroen Rietbergen werd verweten bij The Voice of Holland. Dat Linda de Mol hem ondanks alles weer heeft binnengelaten, zorgt bij velen dan ook voor gefronste wenkbrauwen.
Zelfrespect
Het is volgens critici vrij gênant hoe hard Linda blijft vasthouden aan een man die in medialand al járen de bijnaam Vieze Jeroentje draagt. Kennelijk weegt loyaliteit voor haar zwaarder dan zelfrespect, klinkt het.
Privé-baas Evert Santegoeds, die wordt betaald door Linda’s broer John de Mol, vindt het allemaal prachtig. Hij prijst Linda om de vergevingsgezinde editorial die ze heeft geschreven over Jeroen. “Ik vind het wel knap. Mooi geschreven. Er zitten een paar heel mooie zinnen in”, slijmt hij in de podcast Strikt Privé.
Worst
Evert denkt dat Linda het allemaal steeds beter van zich af zet. “Wat mensen ervan vinden, ik heb het idee dat het Linda worst zal wezen. Dat kan ze ook makkelijk, want haar programma’s scoren toch wel weer.”
Kan Jeroen nu weer naar buiten treden? “Hij hoeft natuurlijk niet in beeld, dus hij kan onopvallend en op de achtergrond z’n werk doen. Dat hoeft hij niet, want hij is niet veroordeeld of verdacht. Hij kan denk ik gewoon weer aan de slag, zeker bij Talpa.”
Huwelijk?
Collega Jordi Versteegden vraagt zich af of het nu tot een trouwerij komt. “Een huwelijk, zit dat er nog ooit in? Om daarmee alles gewoon af te sluiten en te zeggen: ‘Jongens, wij horen gewoon bij elkaar.’”
Evert: “Daar heeft ze het niet over, hè.”
Jordi: “Kunnen wij dat hier even voorstellen?”
Evert tot slot: “Ik vraag het me af. Ik denk dat je dan weer olie op het vuur gaat gooien en waarom zou je? Ze zullen het allemaal best goed geregeld hebben. Er zijn in el geval geen kinderen in het spel.”