
Nadat Hümeyra eind 2018 door haar stalkende ex-vriend op haar school werd doodgeschoten, is er in Rotterdam veel in gang gezet om extreem partnergeweld te voorkomen. Maar het moet en kan beter als het gaat om het voorkomen van femicide, vinden meerdere coalitie- en oppositiepartijen in de Rotterdamse raad.
“Dit is ook mijn stad en mijn overheid. Die moet ook voor mij werken”, zegt Sarah Reitema. “Het kan je heel moedeloos maken, want er zijn weer vrouwen vermoord. Maar ik blijf zeggen: verandering is mogelijk. Geef de hoop nooit op en claim de stad weer terug. Het maakt niet uit of je vrouw of man bent: je moet je voor en achter de voordeur veilig voelen.”
Het PvdA-raadslid houdt zich vanaf haar entree in de gemeentepolitiek in 2022 bezig met femicide, dodelijk geweld tegen vrouwen simpelweg omdat ze vrouw zijn. Ze richt een werkgroep op waaraan zeven raadsleden van verschillende politieke partijen deelnemen. De vier coalitiepartijen zijn vertegenwoordigd. De overige drie – waaronder de PvdA van Reitema – zitten in de oppositie.
Gevaarlijkste moment
“Mannen vermoorden vrouwen”, zegt ze naar aanleiding van de twee slachtoffers van vorige week uit Gouda en Vlijmen. “Dat komt niet uit de lucht vallen. Het zijn mannen die vrouwenemancipatie niet kunnen handelen, vooral als een vrouw bij ze weggaat, vaak het gevaarlijkste moment.”
Wat de werkgroep opvalt, is dat in Nederland geweld tegen vrouwen voornamelijk als een zorgprobleem wordt gezien en niet als een veiligheidsprobleem. Onverteerbaar voor het raadslid. “Het is een principieel punt wat ik niet kan bevatten. Het maakt dus uit wat je geslacht is of waar je bedreigd wordt. Het gaat om onze veiligheid. Geweld tegen vrouwen is een blinde vlek in het veiligheidsdebat.”
Explosiegeweld heeft een grote overlap met geweld tegen vrouwen
Woningaanslagen
Als voorbeeld noemt ze de niet-aflatende stroom van woningaanslagen met explosieven. “Landelijk hebben vier op de vijf explosies niet te maken met het criminele circuit. Vorige week is Jessica uit Vlijmen omgekomen na een explosie. De enorme ramp in Den Haag (de explosie in Tarwekamp, die aan zes mensen het leven kostte, red.) werd veroorzaakt door een ex-partner. Explosiegeweld heeft een grote overlap met geweld tegen vrouwen.”
Eerder dit jaar lanceerde de Universiteit Leiden de Femicide Monitor. Die laat zien dat in de periode 2014-2024 in totaal 448 vrouwen met geweld om het leven zijn gebracht. Bij iets meer dan de helft van de slachtoffers – 243 – is sprake van het doden van een (ex-)partner. De dader is in 100 procent van de gevallen een man. Gemiddeld een keer per twee weken is er een slachtoffer van femicide te betreuren.
Femicide is de meest voorspelbare vorm van moord en daardoor ook te voorkomen, zegt Reitema. “Er zijn veel stappen voor het zover komt. De vrouw wordt geïsoleerd. Er is een patroon van dwingende controle. De man ziet bijvoorbeeld alles wat ze op haar telefoon doet en weet haar locatie. Maakt ruzie met haar als ze in zijn ogen iets verkeerds heeft gedaan op Instagram. Geweld achter de voordeur. Een niet-fatale wurging. Dit soort signalen zijn allemaal rode vlaggen.”
‘Moet je geneukt worden?’
Belangrijke voedingsbodem voor femicide is de manier hoe mannen tegen vrouwen aankijken. “Ik stond voor mijn huis met de sleutel in mijn hand. Er zit daar een gast die zegt: ‘Wat kijk je boos. Moet je geneukt worden?’ Elke vrouw kan net als ik tientallen van dit soort voorbeelden noemen. Dit is geen femicide, maar wel onderdeel van de piramide van geweld tegen vrouwen.”
Vlak voor de politieke zomervakantie presenteerde Reitema namens de werkgroep het initiatiefvoorstel ‘Rotterdam strijdt samen tegen femicide’. De stad doet veel aan het proberen te voorkomen van dit extreme partnergeweld, vindt Reitema. Maar het moet en kan beter.
Imagoprobleem
Er zijn bijvoorbeeld teveel loketten waar slachtoffers iedere keer opnieuw hun verhaal moeten doen. Er wordt tussen hulpverleners te weinig informatie uitgewisseld vanwege strenge privacyregels. Signalen van vrouwen in foute relaties worden niet goed gezien – ook door hulpverleners – en onvoldoende gemeld.
Veilig Thuis heeft een imagoprobleem: slachtoffers melden zich daar liever niet omdat ze bang zijn dat hun kinderen weggehaald worden. Daarnaast is het advies- en meldpunt voor huiselijk geweld slecht bereikbaar.
Allemaal zaken waaraan het initiatiefvoorstel iets probeert te doen. “Voor iedereen die zich onveilig voelt – ongeacht wie je bent, ongeacht waar het in de stad plaatsvindt, of het in de tram is, in mijn slaapkamer of midden op straat – moet het duidelijk zijn waar je terecht kunt.”
Hümeyra
De gewelddadige dood van Hümeyra eind 2018 schokte heel Nederland. Haar stalkende ex schoot het 16-jarige meisje op klaarlichte dag dood bij haar school. Hümeyra had meerdere keren aangifte gedaan tegen haar ex wegens stalking.
Uit een onderzoek vijf jaar later bleek dat politie, justitie en andere instanties sindsdien weliswaar alerter zijn op stalking, maar dat de slachtoffers te weinig steun ervaren. Slachtoffers hebben bij politie en justitie vaak geen vast aanspreekpunt, die een goede inschatting kan maken van de ernst van de situatie.
Mailen aan burgemeester
Een vast aanspreekpunt kan de burgemeester zijn, laat de Rijswijkse burgemeester Huri Sahin zien. Een jaar geleden riep ze in een column alle vrouwen op om haar persoonlijk te mailen als ze zich onveilig voelden bij hun partner. In haar gemeente waren in korte tijd drie vrouwen slachtoffer van femicide.
Sahin had gemerkt dat in haar gemeente veel instanties zijn zich bezighouden met huiselijk geweld, ieder met een eigen deelverantwoordelijkheid. Die versnippering bemoeilijkt een snelle oplossing voor een acuut veiligheidsprobleem, bijvoorbeeld het verstrekken van een alarmknop die in directe verbinding staat met de meldkamer van de politie.
In een aantal gevallen forceerde Sahin zelf een beslissing door de instanties bij haar op het stadhuis samen aan tafel te zetten. Na haar oproep kreeg ze zestig mails, twintig gevallen waren zeer urgent, vertelde Sahin aan NRC. Inmiddels heeft ze zoals ze zelf zegt, ‘een structuur’ opgezet waardoor ze niet meer alles zelf doet.
Oproep aan alle vrouwen
Burgemeester Schouten kan zeker ook een oproep doen aan alle vrouwen, maar ze hoeft niet naar Rijswijks voorbeeld een aparte afdeling op te richten, vindt Reitema, want in Rotterdam heeft Filomena al een integrale aanpak.
Bij dit centrum voor huiselijk geweld en kindermishandeling zitten alle instanties letterlijk onder één dak: artsen, politie, OM en Veilig Thuis. Wel kan Schouten in de veiligheidsdriehoek die ze vormt met de politie en justitie wijzen op de blinde vlek als het gaat om geweld tegen vrouwen.
Het college komt na het zomerreces met een reactie op het initiatiefvoorstel. Niet alle voorgestelde maatregelen kosten geld. Daar waar dat wel het geval is, is het aan het college om met een financieel voorstel te komen, vinden de indieners.