Cox werd op 6 maart 1940 geboren in Rotterdam-Zuid en begon zijn carrière als onderwijzer. Al snel bleek zijn hart ergens anders te liggen: op het podium. In de vroege jaren ’60 betoverde hij het publiek met geëngageerde luisterliedjes en scherpe teksten. Zijn eerste opname,Jacqueline, zette meteen de toon.

Hoewel hij werd afgewezen voor de toneelschool, liet hij zich niet uit het veld slaan. In 1962 speelde hij zijn eerste toneelrol, en de jaren erna stond hij op de planken met eigen cabaretvoorstellingen.In 1966 sloot Cox zich aan bij cabaretgroep Lurelei en werkte hij samen met grootheden als Jasperina de Jong en Rogier van Otterloo. Controverses schuwde hij niet: zo kreeg hij een proces-verbaal wegens majesteitsschennis voor het liedArme ouwe.

Op televisie maakte de zanger begin jaren ’70 furore met persoonlijkheidsshows alsGerard Cox wil bij u op schoot in zijn hansopje. Muzikaal scoorde hij een hit met’t Is weer voorbij die mooie zomer, hoewel hij daar later gemengde gevoelens bij had. “Artistieke uitverkoop”, noemde Ivo de Wijs het destijds. Toch werd het nummer een klassieker.Als acteur brak Cox door in 1977 met de filmHet debuut. Zijn grootste publiekssucces kwam echter met de nostalgische comedyserieToen was geluk heel gewoon, waarin hij jarenlang samen met Joke Bruijs te zien was. De serie sleepte onder andere de Gouden Televizier-Ring in de wacht.Tekst loopt door onder de foto.

Zelfs op latere leeftijd bleef hij actief. Hij was te zien inBeter Laat Dan Nooit, stond in het theater met De Toppers én maakte eigen soloshows. Ook schreef hij columns voor De Oud-Rotterdammer en regisseerde hij het Echt Rotterdams Theater. In zijn laatste jaren was hij te zien inCasa Coco,Scrooge LiveenSecret Duets.In augustus van dit jaar maakte Cox bekend dat hij ongeneeslijk ziek was. “Ik heb nog maar een paar maanden”, liet hij toen weten.