
Twee weken na de dood van de zeventienjarige Lisa is nog altijd onduidelijk wie de verdachte is en waar hij vandaan komt. Maar ook zonder identiteit kan hij veroordeeld worden, reageert het OM op vragen van NU.nl. Toch is het handig die identiteit te weten.De verdachte in de zaak-Lisa heeft tegen de politie verklaard wie hij is. Maar doordat hij geen documenten heeft die dat bewijzen, kan de politie zijn identiteit niet met zekerheid vaststellen. In een lopend politieonderzoek is het niet vreemd dat de identiteit van een verdachte nog onbekend is, zegt Sven Brinkhoff. Hij is hoogleraar strafrecht aan de Universiteit van Amsterdam.

Vaak is er na een misdrijf niet direct een verdachte aan te wijzen. In de zaak-Lisa is die er dus wel, maar is het niet zeker wie hij precies is. “Voor het onderzoek maakt dat niet uit”, legt Brinkhoff uit. De politie zal op dezelfde manier zoeken naar bewijzen om erachter te komen wat er precies is gebeurd. Het enige verschil is dat daarnaast ook onderzocht moet worden of de verdachte inderdaad is wie hij zegt te zijn.Het is ongebruikelijk dat ook na uitgebreid onderzoek de persoonsgegevens van een verdachte niet kunnen worden vastgesteld, zegt hoogleraar strafrecht Pieter Verrest. Maar het is volgens hem niet ondenkbaar. Zo zijn bijvoorbeeld in sommige landen buiten Europa de bevolkingsregisters niet zo goed bijgehouden, of is het niet mogelijk voor de Nederlandse autoriteiten om informatie te krijgen.Mocht de identiteit van de verdachte een raadsel blijven, dan is het vooral belangrijk te weten dat de verdachte een zogeheten strafrechtketennummer (SKN) toegewezen krijgt. Op die manier zijn de zaak en de verdachte duidelijk met elkaar verbonden. In de toekomst kan dan geen verwarring ontstaan over wie wordt verdacht van een misdrijf, hoewel zijn naam onbekend is.Identiteit is niet het belangrijkst

Ook als een verdachte eenmaal voor de rechter moet komen en wordt veroordeeld, is zijn identiteit niet per se nodig. “Het belangrijkste is dat je kunt aantonen dat je de juiste persoon voor je hebt”, zegt Patrick van der Meij, strafrechtadvocaat en hoogleraar Strafrechtpraktijk. “Een naam of geboortedatum is daarvoor minder van belang.”Een rechtszaak draait vooral om bewijsmateriaal waarmee de dader kan worden gekoppeld aan een misdrijf. Denk bijvoorbeeld aan vingerafdrukken, DNA-sporen of beeldmateriaal.Maar bij de berechting kijkt een rechter ook naar de achtergrond van de verdachte, vult Verrest aan. “En daarvoor wil je liever wel de identiteit hebben vastgesteld.” Het is dan bijvoorbeeld makkelijker te achterhalen of iemand eerder is veroordeeld of dat bekend is dat hij psychiatrische problemen heeft. Dat zijn factoren die kunnen helpen te begrijpen wat er is gebeurd en meespelen bij het opleggen van een straf.Toch hoeft het niet in de weg te staan van vervolging, omdat er ook andere manieren zijn om de voorgeschiedenis van de verdachte te weten te komen. Aan de hand van DNA-sporen en vingerafdrukken kunnen de autoriteiten bijvoorbeeld in Europese databanken zoeken naar een match die wijst op eerder gepleegde misdrijven in het buitenland.Persoonsgegevens expres verborgen houden
Omdat een proces lastiger wordt als de persoonsgegevens van een verdachte onbekend zijn, houden sommige vermeende daders hun identiteit expres verborgen. “Dat zie je bijvoorbeeld bij demonstranten en krakers”, zegt Van der Meij.In de zaak-Lisa lijkt daar op dit moment geen sprake van te zijn, omdat de verdachte dezelfde informatie aan de politie heeft gegeven als eerder aan het Centraal Orgaan opvang asielzoekers. Dat de politie die informatie (nog) niet kan bevestigen, lijkt gerechtigheid voor Lisa in ieder geval niet in de weg te staan.