
Wethouder Faouzi Achbar (DENK) is ten onrechte als verdachte aangemerkt van brandstichting in zijn woning aan de Pascalweg in Rotterdam-Lombardijen in de zomer van 2024. Dat heeft het Openbaar Ministerie (OM) dinsdag bekendgemaakt na onderzoek van de Rijksrecherche. De zaak tegen de Rotterdamse wethouder wordt geseponeerd.
In juni werd bekend dat Achbar mogelijk zelf de opdracht had gegeven om zijn woning in brand te steken met als doel verzekeringsgeld op te strijken. De 37-jarige Rotterdammer die de brand had gesticht, had namelijk verklaard dat hij was ingeschakeld door tussenpersonen, die op hun beurt opdracht hadden gekregen van de wethouder.
Geen aanwijzingen
Tijdens het onderzoek van de Rijksrecherche zijn geen aanwijzingen gevonden dat Achbar betrokken was bij de brandstichting. Achbar zelf heeft ook altijd aangegeven dat hij geen idee had wie de dader zou kunnen zijn. “Nee, nee. We wachten het onderzoek af. Daarom probeer ik er zo weinig mogelijk over te zeggen.”
Ook nu wil Achbar niet reageren, laat de wethouder via zijn woordvoerder weten. Hij laat het bij een eerdere reactie. “Dat het impact heeft, moge duidelijk zijn. Niet alleen voor mij, maar ook voor mijn gezin”, zei Achbar een paar maanden geleden.
Onvoorwaardelijke steun
Zijn partij DENK is altijd achter hem blijven staan. Fractievoorzitter van de afdeling Rotterdam, Serkan Soytekin, gaf daar blijk van tijdens het onderzoek. Hij haalde verder hard uit naar de verdachte van de brandstichting. “Het is een bizarre, ongefundeerde en bijna lachwekkende beschuldiging van iemand die leidt aan psychoses en die de realiteit niet van fictie kan onderscheiden. “