
Nederlandse reders discrimineren Filipijnse en Indonesische zeevaarders als het gaat om hun salaris, heeft het College voor de Rechten van de Mens geoordeeld in een zaak over twee zeelieden. Die krijgen van verschillende reders veel minder geld dan hun Europese collega’s aan boord.
Het gaat om een Filipijnse man op een Nederlandse tanker van Maritime Performance en een Indonesische man op een werkschip van VSO Zwerver I voor de kust van Angola. Volgens het college doen ze hetzelfde werk als hun Europese collega’s, maar verdienen ze ongeveer de helft minder.
De reders beriepen zich op cao-afspraken waarin het zogenoemde woonlandbeginsel is opgenomen. Dat houdt in dat zeevaarders die in landen als de Filipijnen of Indonesië wonen beloond mogen worden naar het prijspeil van hun land.
Maar volgens het college strookt zo’n uitzondering niet met het discriminatieverbod in de wet. Ook het pleidooi van de reders dat ze de loonverschillen nodig hebben om concurrerend te blijven overtuigde het college niet. De sector moet eerst op zoek naar andere oplossingen.
Een oordeel van het college is juridisch niet bindend, maar wordt doorgaans wel als gezaghebbend beschouwd. Bijzonder aan de zaak is dat het college een eerder oordeel uit 1997 herziet. De omstandigheden zijn veranderd, vindt het college.
‘Praktijk gaat terug tot koloniale tijd’
In de jaren negentig werd gesproken over “goedkope, buitenlandse schepelingen”. Het college noemt de ongelijke beloningen “een praktijk die teruggaat tot de koloniale tijd”. “Inmiddels is het bewustzijn gegroeid over de gevolgen van koloniale structuren.” Het college vindt dat het aan de maritieme sector is om met de tijd mee te gaan.
De Stichting Equal Justice Equal Pay is blij met de uitspraak. Bij de organisatie hebben zich inmiddels bijna veertienduizend zeevaarders aangesloten die vinden dat ze recht hebben op gelijke betaling voor gelijk werk. Volgens de stichting zullen Nederlandse reders met een oplossing moeten komen om de zeevaarders te compenseren voor jarenlange onderbetaling.
De Koninklijke Vereniging van Nederlandse Reders (KVNR) is verbaasd over het oordeel. “Door nu in deze nationale oordelen af te wijken van de internationale praktijk ondermijnt het College voor de Rechten van de Mens het internationaal gelijke speelveld met alle risico’s van dien voor de Nederlandse zeevaart”, zegt KVNR-directeur Annet Koster. “We gaan de oordelen nu eerst verder bespreken met overheid en sociale partners.”