
De lhbtqia+-gemeenschap staat onder druk. Sommige Europese landen nemen nog wetten aan die hun rechten vergroten, maar andere gaan juist achteruit. En wetten zeggen niet alles. Hoogleraar Niels Spierings ziet een “ongekende ommekeer” in de publieke opinie.
Eerst een kanttekening van onderzoeker Anne Louise Schotel van de Universiteit van Amsterdam. Zij onderzocht als politicoloog de politieke vertegenwoordiging van lhbtqia+-personen. “Als je iets wil zeggen over vooruitgang en achteruitgang, maakt het heel erg uit naar welke groepen je precies kijkt.”
De lhbtqia+-gemeenschap is divers. Transgender mensen en non-binaire mensen worden in Europa gemiddeld genomen minder geaccepteerd dan bijvoorbeeld witte homomannen.
Mensenrechtenorganisatie ILGA-Europe vergelijkt voor de zogeheten Rainbow Index wetgeving en beleid die de lhbtqia+-gemeenschap moeten beschermen. “We zien een groeiende kloof”, zegt een woordvoerder. “Sommige landen boeken juridische vooruitgang, maar veel andere stagneren of gaan achteruit.”
Zo kunnen queers in Letland nu een geregistreerd partnerschap sluiten. En Polen steeg voor het eerst in tien jaar op de ranglijst na de afschaffing van de laatste zogenoemde ‘lhbtqia+-vrije zones’ en het stopzetten van de inmenging in publieke evenementen. Maar er zijn ook voorbeelden van achteruitgang.
Verbod op regenboogvlaggen
De Hongaarse regering verbood pride-evenementen, in Georgië mogen mensen geen regenboogvlaggen meer tonen en het Britse hooggerechtshof beschouwt transgender vrouwen juridisch niet langer als vrouwen.
ILGA-Europe benadrukt dat transgender personen bijzonder kwetsbaar zijn. Zo werd in Hongarije wetgeving voor gelijke behandeling teruggedraaid en verbood Georgië onder meer gezondheidszorg voor transgender mensen.
“We zitten op het moment wel echt in een crisis wat dat betreft”, zegt Freya Terpstra van Transgender Netwerk. “Vóór 2020 waren wij een groep Nederlanders naar wie niemand echt omkeek, daarna zijn wij in heel korte tijd een zondebok gemaakt.” Ze verwijst onder meer naar de discriminatiecijfers van 2024. Dat jaar kwamen er 264 unieke meldingen over discriminatie van transgender mensen binnen. Dat is een stijging van 20 procent ten opzichte van 2023.
Hoogleraar sociologie Niels Spierings ziet ook een negatieve trend. Zo ging de steun voor operaties om van sekse te veranderen van 71 procent in 2021 naar 62 procent in 2023. “Zo’n daling in twee jaar tijd is in publiekeopinieonderzoek echt een gigantische daling.”
Voor lesbiennes en homoseksuelen is de tolerantie nog steeds hoog, stelt Spierings. 94 procent van de Nederlanders was het er in 2023 mee eens dat zij hun leven mogen leven zoals ze willen, maar in 2020 lag dat cijfer op 96 procent. De steun voor hun adoptierechten daalde tussen 2021 en 2023 van 74 tot 72 procent. “Het is niet dat we door de bodem gezakt zijn, maar je ziet wel dat het negatiever wordt”, zegt Spierings. Dat geldt voor meerdere Europese landen. “En dat allemaal in de laatste paar jaren.”

Politici spelen belangrijke rol
De geïnterviewden zien een rol voor politieke partijen die gender als ideologie presenteren. “Ondanks steeds meer biologisch en medisch bewijs van genderdiversiteit”, benadrukt Spierings.
“In bijna alle Europese landen zijn er partijen die het antigenderverhaal sterk uitdragen”, zegt Schotel. Het maakt meestal deel uit van een ‘traditionele opvatting van wat een gezin is’: een man en een vrouw die kinderen kunnen krijgen.
“Geluiden die eerst niet aanwezig waren in de politiek, krijgen nu een podium, met alle desinformatie of misinformatie die daarbij komt”, zegt Spierings. Hij kijkt dan in Nederland vooral naar Forum voor Democratie en de PVV. Maar ook Caroline van der Plas deed er – al dan niet bewust – aan mee in discussies rondom een transgenderwet.
Door die wet zou het makkelijker worden om een geslacht op officiële documenten te wijzigen. Een juridische verandering, maar volgens Spierings ging de argumentatie van Van der Plas vooral over lichamelijke zaken. “Ook speelde ze in op angsten rond kleedkamers die gebaseerd zijn op zeldzame anekdotes, terwijl juist transgender personen nu gevaar lopen.”
Bescherming minderheden belangrijk voor democratie
Volgens Schotel worden de lhbtqia+-gemeenschap en transgender mensen in het bijzonder vaak “de kanarie in de kolenmijn” genoemd. “Als eerste minderheidsgroep die zwaar onderdrukt wordt.” Terpstra herkent dat, maar vult aan dat er nog een groep voor zit: migranten. “Met hen gaat het al heel veel langer heel slecht.”
Schotel stelt dat de bescherming van minderheden iets zegt over hoe goed de democratie en rechtsstaat werkt. “Het beperken van minderheidsrechten, en dus lhbtqia+-rechten, is een indicatie van een meer autoritair regime en leidt tot censuur, onderdrukking van activisme et cetera.”
ILGA-Europe maakt daar nu al melding van. “In landen als Hongarije en Georgië gaan beperkingen van pride, censuur van lhbtqia+-uitingen en aanvallen op wettelijke erkenning hand in hand met bredere beperkingen van de vrijheid van meningsuiting, de onafhankelijkheid van rechters en het recht om te protesteren.”
Het valt Schotel op dat hoe regeringen zich opstellen tegenover de lhbtqia+-gemeenschap sterk afhankelijk is van de coalitie die zij vormen. “En dat er wetten zijn, betekent niet dat we op onze lauweren kunnen rusten.”
‘Lhbtqia+-mensen kunnen zichtbaarder zijn dan dertig jaar geleden’
Maar “mensen kunnen veel zichtbaarder zijn dan dertig jaar geleden”, benadrukt Schotel. En zichtbaarheid gaat vaker gepaard met een tegenbeweging.
Toch vindt Schotel het belangrijk om waakzaam te zijn. Als de negatieve ontwikkelingen doorzetten, zouden steeds meer minderheden in het nauw kunnen komen.
Als het gaat om de rechtsstaat in Nederland, ziet Terpstra wel een lichtpuntje. Kenniscentrum Rutgers sleepte de ultraconservatieve katholieke stichting Civitas Christiana voor de rechter, in de hoop dat die zou stoppen met leugens verspreiden over de Week van de Lentekriebels.
De rechter gaf Rutgers daarin gelijk. “Dat is een hele positieve ontwikkeling geweest.” Volgens Terpstra is het een les dat het belangrijk is om je tegen mis- en desinformatie te blijven verzetten.