
Kinderen en jongeren in Groningen en Drenthe krijgen niet op tijd de hulp en bescherming die ze nodig hebben. Daarom wordt Jeugdbescherming Noord onder verscherpt toezicht geplaatst. De instantie krijgt zeven maanden de tijd om verbeteringen door te voeren.
De jeugdbescherming ontfermt zich over kinderen en jongeren die in een onveilige omgeving opgroeien of dreigen terug te vallen in de criminaliteit. De instantie komt bijvoorbeeld in beeld bij opvoedingsproblemen, verwaarlozing of mishandeling.
Uit een onderzoek van de Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd (IGJ) en de Inspectie Justitie en Veiligheid (Inspectie JenV) blijkt dat de medewerkers van de jeugdbescherming onder hoge druk en in lastige situaties moeten werken. De kwaliteit van de hulp lijdt daaronder.
Jongeren en gezinnen moeten lang wachten voordat actie wordt ondernomen. Binnen vijf dagen na aanmelding moet de jeugdbescherming een eerste gesprek hebben met een jongere en diens familie. In twee van de vijf situaties wordt dat niet gehaald.
Vervolgens moet er binnen zes weken een plan van aanpak zijn, maar dat gebeurt in 70 procent van de gevallen niet. Verder worden dossiers niet nauwkeurig bijgehouden, waardoor onduidelijk is welke problemen jongeren hebben en welke hulp er nodig is.
De instantie kampt met personeelstekort. Er is veel verzuim en doorloop van jeugdzorgwerkers. Sommige jongeren hebben daardoor geen vaste begeleider. “Ouders willen meteen geholpen worden, maar jeugdzorgwerkers kunnen niet aan die verwachting voldoen. Dit roept emoties op bij de ouders en leidt tot klachten”, staat in het rapport.
Jeugdbescherming kan niet alles zelf oplossen
Wel wijzen de inspecties erop dat de jeugdbescherming niet alle problemen zelf kan oplossen, omdat die ook veroorzaakt worden door de manier waarop jeugdzorg in Nederland is ingericht. Op alle andere punten krijgt de instantie zeven maanden te tijd om verbeteringen te laten zien.
In de tussentijd blijft Jeugdbescherming Noord onder verscherpt toezicht staan. De volledige raad van toezicht is afgetreden, waardoor de inspecties extra willen toezien op hoe de verbeteringen worden doorgevoerd.
Eerder stelden de IGJ en Inspectie JenV dat de jeugdzorg van de stichting William Schrikker niet in orde was. Dat onderzoek werd ingesteld na de mishandeling van een tienjarig pleegmeisje in Vlaardingen. De stichting, de grootste instelling voor jeugdbescherming en jeugdreclassering in Nederland, was betrokken bij haar zorgtraject. Daarover lees je meer in onderstaand artikel.